12 juli 2019
Circulair afstudeeronderzoek: meten is lastig door datagat
Wilco Rauwerdink, student bedrijfskunde aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, heeft zich de afgelopen maanden binnen ons bedrijf beziggehouden met een afstudeeropdracht rondom circulaire economie, een maatschappelijke transitie die er in 2050 voor moet zorgen dat we duurzaam omgaan met grondstoffen en producten. Ook de bouw moet uiteindelijk ‘om’ naar circulair. Als maatschappelijk verantwoorde onderneming willen we daar een voortrekkersrol in nemen. Afstudeerder Wilco onderzocht voor ons welke instrumenten er bestaan om circulariteit te meten en welke wij het best kunnen gaan gebruiken. Het bleek een behoorlijk lastige zoektocht. Het leidde tot waardevolle ontdekkingen en gelukkig ook een dik verdiend diploma.
Datagat
Circulair bouwen, overal in ons vak hoor en lees je erover. De term circulair wordt te pas en te onpas gebruikt en vaak verward met duurzaamheid, energiezuinigheid en CO2-neutraal. Er is veel spraakverwarring en er wordt veel geroeptoeterd door bedrijven. Om helderheid te krijgen, is het belangrijk om circulariteit meetbaar te maken. Immers: meten is weten. Maar meten geeft ook sturing aan het zetten van stapjes op weg naar volledige circulariteit, het doel van onze overheid over 31 jaar. Met literatuurstudie, interviews en casestudies dook Wilco voor ons in de materie. Uit zijn onderzoek blijkt dat er meerdere doordachte meetinstrumenten bestaan. Verschillend in complexiteit maar één ding hebben ze gemeen: er is nauwelijks realistische en bruikbare data om de meetsystemen te vullen, laat staan betrouwbare en gecontroleerde data. Er is een zogenaamd datagat (of datagap). Zelfs voor het meest eenvoudige meetinstrument is onvoldoende info voorhanden over toegepaste grondstoffen en producten. Hoeveel % gerecycled hout zit er bijvoorbeeld in een bepaald type dakplaat? Als toeleveranciers die informatie niet kunnen leveren kun je de ecologische schadelast van een gebouw niet vaststellen.
Verstopt in de keten
Alle meetinstrumenten hebben volgens Wilco’s onderzoek last van de datagap. Ook bekende meetinstrumenten zoals de MPG (nu al nodig voor de omgevingsvergunning) en het grondstoffenpaspoort van Madaster. Als we als sector stappen op de circulaire ladder willen maken, moeten we deze data boven water krijgen. Daar heb je de hele bouwketen voor nodig. Alle partijen in de keten voegen er immers een circulaire component aan toe. Toeleveranciers maar ook verwerkende en bewerkende partijen. Losmaakbaarheid is bij circulair bouwen heel belangrijk. Wordt een dakplaat bijvoorbeeld gelijmd of geschroefd? Dat maakt uit. Over het algemeen geldt: hoe puurder hoe circulairder, want dan is hergebruik of recycling van grondstoffen eenvoudiger.
Grondstoffenpaspoort Madaster
Het zal nog wel even duren voordat bovenstaande situatie is opgelost. De echte urgentie ontbreekt nog (2050 is ver weg) en verdienmodellen zijn nog pril. De keten zal dit gezamenlijk op moeten pakken, hopelijk met steun van de overheid (denk bijvoorbeeld aan een centrale databank). Hoe gaan wij als Hendriks Coppelmans hiermee verder? In augustus brengt de werkgroep Circulaire Economie, mede op basis van Wilco’s onderzoek, advies uit aan het MT. Een tipje van de sluier: we zijn inmiddels aangesloten bij Madaster en hebben voor het project Rietland in Beek en Donk een grondstoffenpaspoort uitgewerkt.
Heb je vragen over circulariteit of wil je meer weten? Dan kun je terecht bij de leden van de werkgroep Circulaire Economie: Anita Pauwels en Bart Hendriks.
Lees ook de eerder verschenen artikelen over circulair bouwen: